Actueel
Leden van de NAG leveren input voor actieplan hybride/elektrisch vliegen van LRN
Lucht- en Ruimtevaart Nederland (LRN) is door het ministerie van Infrastructuur & Waterstaat (I&W) gevraagd een trekkersrol te vervullen bij het opzetten van het actieplan Elektrische/Hybride Vliegen voor de internationale luchtvaart. Op basis hiervan zal ook de HTSM Aeronautics Roadmap 2018-2025 worden aangepast. Om kennis voor het actieplan op te halen organiseert LRN sessies bij de branche- en belangenorganisaties binnen de sector maar ook cross sectoraal. De NAG beet de spits af tijdens de NAG segmentbijeenkomst Aircraft Manufacturing op 31 januari jl.
Tijdens deze drukbezochte interactieve sessie (ruim 30 deelnemers) werd een inventarisatie gedaan van de capaciteiten voor CO2 reductie op de korte, middellange en lange termijn en dan meer specifiek op het gebied van elektrisch/hybride vliegen. De inventarisatie leverde zo’n 224 reacties op die een momentopname gaven van de status, ambities en behoeften onder de deelnemers. De reacties konden gegroepeerd worden in twee categorieën: 1) elementen van algemeen belang voor het bereiken van C02 reductie en 2) elementen specifiek gericht op de toekomstige generatie vliegtuigen met hybride of elektrische aandrijving. LRN wil zich vooral richten op het inventariseren van de relevante kennis en vaardigheden binnen de Nederlandse luchtvaartsector. Ook het vaststellen van mogelijke kennislacunes is een onderdeel van het onderzoek. Daarnaast is het belangrijk om ook buiten de luchtvaartsector te zoeken naar kennis en productievaardigheden die Elektrisch/Hybride vliegen mogelijk moet maken. Met de vergaarde informatie kan LRN vervolgens aan de slag met de opzet van een actieplan voor Elektrisch/Hybride vliegen zoals dat de komende jaren moet worden uitgerold om een vooraanstaande positie van de Nederlandse luchtvaartsector op dit gebied zeker te stellen. De actielijnen vormen ook de basis voor de lange termijn kennisontwikkeling. Voor meer informatie/vragen kunt u contact opnemen met Wilma Pronk via wilma.pronk@luchtenruimtevaart.nl.