Actueel

Opinie in FD: Duurzame luchtvaart vraagt slimme investeringen

06/02/2024

De luchtvaart is een kapitaalintensieve sector, vergroening vraagt flinke investeringen. Dat vereist stabiele wetgeving, consistent beleid én een overheid die zich opstelt als strategische partner, schrijft Aad Veenman, voorzitter van het college Lucht- en Ruimtevaart Nederland (LRN).

De luchtvaart in Nederland speelt in op de grote vraagstukken van verduurzaming, economie en geopolitiek. Broeikasgassen, (ultra)fijnstofuitstoot en geluidsoverlast zijn voor de sector urgente problemen. Verduurzaming is nodig om in de toekomst verantwoord te kunnen blijven vliegen.

Een groeiende middenklasse, innovatie en economische vooruitgang kunnen samengaan. De komende twee tot drie jaar zijn cruciaal, omdat de bepalende spelers in de luchtvaartsector (binnen en buiten Nederland) investeringsbeslissingen nemen die zullen leiden tot de door iedereen gewenste verduurzaming. Nederland heeft op dit punt veel te bieden.

De groei van de luchtvaart is er altijd geweest en dat zal, op wereldschaal, in de komende decennia zo blijven. De opkomende middenklasse buiten Europa zal ook willen vliegen, zakelijk en privé. Vanuit dat gegeven moeten we als sector, met technologische ontwikkelingen, werken aan oplossingen door te investeren in verduurzaming van de luchtvaartsector. Dit gaat verder dan de reductie van CO2-uitstoot en geluidshinder.

Die oplossingen vragen om de ontwikkeling en bouw van energie-efficiënte vliegtuigen, met nieuwe systemen, materialen en ontwerpen. Er zal meer variatie komen in vliegtuigen en de voortstuwing daarvan: elektrisch met batterijen, waterstof en op synthetische brandstoffen. Ook de luchthavens zullen hierop aangepast moeten worden, met passende laadinfrastructuur. En de vliegtuigen zullen slimmer gebruik moeten maken van het luchtruim.

De afgelopen eeuwen zagen we veel nieuwe oplossingen voor steeds slimmer, beter, goedkoper en duurzamer vervoer. De luchtvaartsector leert hierbij van andere transportsectoren, zoals de auto-industrie en spoorwegen, en werkt daar nauw mee samen. De verschillende sectoren moeten inspelen op nieuwe mogelijkheden, maar ook op incidenten, die mobiliteit verstoren: van files op de A2 tot terrorisme bij de Rode Zee en vulkaanuitbarstingen op IJsland. Multimodaal transport is vaker mogelijk, waarbij afstanden en omgevingsfactoren richtinggevend zijn.

Europa heeft een sterke positie in de luchtvaart, en binnen Europa is de Nederlandse positie sterk. De samenwerking tussen fundamenteel onderzoek (zoals TU Delft), toegepast onderzoek (het Nederlands Lucht- en Ruimtevaartcentrum NLR) en de maakindustrie werkt: de spelers weten elkaar te vinden en sterker te maken. Hierbij is publiek-private samenwerking nodig, net als een goede aansluiting bij Europese programma’s. De luchtvaartsector is bovendien kraamkamer van ideeën en technologieën die elders in de samenleving hun weg vinden. Dit alles verdient (ook) politieke steun.

Nederlandse ondernemingen haken aan bij de grote Europese en internationale spelers. Ze maken daarmee deel uit van een wereldwijde supply chain, als partner of als toeleverancier. Denk bijvoorbeeld aan GKN Fokker, Conscious Aerospace en Aeronamic.

De rol van Nederland is goed en complementair aan wat andere landen doen. Daarmee kan Nederland echt bijdragen aan het versnellen van de verduurzaming. Dit geldt zowel in de commerciële als de militaire luchtvaartsector. Nu slim innoveren en investeren brengt de kennis over de sector naar een hoger niveau, draagt bij aan het verdienvermogen van Nederland, versnelt de verduurzaming en scheelt in de toekomst veel kosten en maatschappelijke schade.

De luchtvaart in Azië, het Midden-Oosten en Afrika is nog sterk gericht op groei. In de Verenigde Staten en vooral in West-Europa zien we, naast groei, aandacht voor kwaliteit van leven en verduurzaming. West-Europa, met Nederland als stevige en erkende speler, kan de trend zetten voor deze kwaliteitsimpuls en zich zo nog steviger nestelen in de wereldwijde sector.

In Nederland en Europa moeten we ons ervan bewust zijn dat er sprake is van een mondiale markt. Door een stevige positie in te nemen, maken we ons minder afhankelijk van de andere continenten. De Nederlandse overheid kan de mogelijkheden van de Nederlandse luchtvaartsector uitdragen in het buitenland via ambassades, topbijeenkomsten en andere fora. Hier past een gezonde industriepolitiek in een geopolitiek ingewikkelde wereld.

De luchtvaartsector in Nederland ziet de verduurzaming als een licence to operate. En het moet nog beter en sneller. Omdat de luchtvaart een kapitaalintensieve sector is, gelden wel drie randvoorwaarden. Het gaat hier om stabiele wet- en regelgeving, consistent beleid en een langetermijnbenadering waarbij de overheid zich opstelt als strategische partner.

Kortom: de toekomst van onze luchtvaartsector vraagt helderheid voor alle spelers. Dat versterkt de investeringsbereidheid van kennisinstellingen en industrie en leidt tot versnelling van de vergroening. Daarnaast zijn kennis en educatie nodig in de volle breedte, zowel op praktisch als theoretisch niveau. Een horizon van enkele decennia met netto nul uitstoot als doel in 2050 is voor overheden, kennisinstellingen en bedrijven logisch, gewenst en realistisch.

Aad Veenman is voorzitter van het college Lucht- en Ruimtevaart Nederland (LRN).